Foto: Emiel Muijderman

Wandelen

Wandelen is verzet tegen de terreur van de tijd

Landschapsfilosoof Eric Brinckmann: “Een landschap is er om te ervaren, niet om te verklaren of aan voorbij te gaan.” Laat je leiden door oude Chinese wijsheden en het landschap ziet er opeens heel anders uit. Eric Brinckmann, directeur van landgoed Het Lankheet, schreef er een boek over.

Druk gebarend loopt hij over het bospad. Bij wat op het eerste gezicht een gewone sloot lijkt, houdt hij halt. Bij de bomen links en rechts groeit de klimop tegen de stam. “We staan hier op een bron”, zegt Eric Brinckmann. “Daarom ook is hier zoveel water. Boeren in de middeleeuwen wisten dat veel beter dan wij. Die maakten gebruik van de omstandigheden. Ze bewogen mee met de natuur. Wij, kinderen van een nieuwe tijd, hebben dat compleet verleerd.”

Meebewegen met de natuur: het is een van de tips die meester Li, de hoofdfiguur uit zijn nieuwe boek over natuur en natuurbeleving, meegeeft aan de moderne, westerse wandelaar. “We werken in het Westen niet meer mee met de natuur, maar werken haar alleen maar tegen. De natuur, de hele buitenwereld eigenlijk, is ons vreemd geworden. We zitten 95 procent van onze tijd binnen, maar nemen ondertussen wel belangrijke beslissingen over een buitenwereld die we steeds minder kennen. Mede daarom hebben we nu dat heel grote klimaatprobleem dat ons steeds meer zal bedreigen.”

Om het verloren contact met de natuur te herstellen, is er volgens Brinckmann een goed recept: wandelen. Hij schreef er inmiddels al twee boeken over. Het eerste, Filosofische Wandelingen (genomineerd voor de Jan Wolkersprijs), was een eerste aanzet om het geheim van de westerse landschapsbeleving te doorgronden. Het tweede, Wandelen met Meester Li, biedt een manier om het verloren contact met de natuur al wandelend te herstellen.

“Wandelen is verzet tegen de terreur van de tijd, tegen de snelheid die het moderne leven bepaalt. Wie wandelt, komt in een ander tempo. Al na een paar kilometer kom je in een ander ritme. Er gebeuren andere dingen en je ziet ook andere dingen. Je beleving van het landschap wordt anders. Trager, maar ook intenser. Iedereen die wel eens gewandeld heeft, zal dat kunnen beamen.”

Taoïsme

Zijn boek verscheen deze maand. Brinckmann beschrijft er de wandelingen die hij maakte met zijn vriend Joost Quakernaat, oud-onderzoeker van TNO en groot kenner van het Chinese taoïsme. De 80-jarige Quakernaat, in het boek consequent aangeduid als meester Li, neemt hem bij de hand en laat hem bekende landschappen als Het Lankheet, de Friezenberg en de Borkeld opnieuw beleven. “Ik ben geen taoïst, verre van dat, maar er zitten in die oude Chinese leer wel dingen die ons kunnen helpen.”

Brinckmann zelf is een verwoed wandelaar. Als beheerder van een landgoed kan hij ook bijna niet anders. “Ik ben bijna elke dag wel even op pad. Niet zoveel en niet zo bewust als ik zou willen, maar toch: je dompelt je elke dag wel even onder in de natuur.”

Als landschapshistoricus en filosoof verdiepte hij zich ook in de geschiedenis van het wandelen. “Mensen beseffen dat niet, maar eigenlijk doen we dat pas sinds de negentiende eeuw. Zo’n beetje op het moment dat we het gevoel krijgen dat we de natuur eronder hebben, ontstaat ook de behoefte om er nostalgisch mee om te gaan en van het landschap te genieten. Voor 1800 bestonden er geen wandelpaden. Alle wegen en paden hadden een economisch nut. Een wandeling maken, in de zin van een rondje lopen zonder doel, bestond nog niet. Pas in de negentiende eeuw bij de welgestelden, ontstond een wandelcultuur. Daar zitten we in feite nog middenin.”

De moderne wandelaar kan veel leren van meester Li, is zijn overtuiging. “Dat is het leuke van het taoïsme. Het leert je een paar heel simpele dingen. Daar kun je onmiddellijk mee aan de slag. Je moet er dingen voor laten en een paar dingen voor doen. En als je het niks vindt, gooi je het gewoon weg.”

In zijn eigen Lankheet herinneren veel plekken aan de lessen die hij kreeg. Zo is er de boom waar hij verplicht enkele minuten naar moest kijken. Of de beek waar hij het stromend water moest bestuderen.

Struinen

“Dat klinkt vaag, maar het zijn niet meer dan hulpmiddelen. Wanneer in deze tijd wandelen we nog echt, in de zin dat we onze routekaarten thuislaten en weer echt struinen door het bos? Wanneer zitten we nog stil en nemen we de tijd om echt dingen te bekijken? Wanneer nog liggen we op de grond om te kijken naar de lucht boven ons en de bodem onder ons te voelen? Bij die oude Chinezen is juist dat heel belangrijk. Een landschap is er om te ervaren, niet om te verklaren of in hoge snelheid aan voorbij te gaan. Iemand die echt wil wandelen, moet dat alleen doen. Liefst zonder horloge, mobiele telefoon of kompas. De eerste dag zul je het nog missen, de tweede dag al een beetje minder en op de derde dag ben je volledig los.”

Brinckmann hoopt dat de soms pittige filosofische bespiegelingen de echte liefhebbers niet af zal schrikken. “Er komen heel wat denkers voorbij in mijn boek. Maar uiteindelijk gaat het maar om één ding: dat je erachter komt hoe ver we in deze tijd verwijderd zijn geraakt van de natuur. Als we ons daar niet bewust van worden, zal een echte oplossing van het klimaatprobleem er nooit komen.”

Tekst: Herman Haverkate, TC Tubantia
Foto: Emiel Muijderman
Categoriën: Het Lankheet, Belevenissen
Labels: wandelen, filosofie, eric brinckmann, taoisme, filosofische wandelingen